2007
Fiets
Heinose weg wordt Zwolse weg,
waar de weg rijst sla ik linksaf
een klinkerpad weerszij een heg,
tussen de stenen groeit het gras,
de banden van mijn fiets te hard
ik balanceer van kei naar kei,
in mijn gedachten steeds een flard
van jouw gezicht alsof je bij
me bent en ik je daaglijks tegen
kan komen hier op deze plek.
Alsof we samen hier gereden
hebben, je beeld is vastgelegd,
de woorden die je hebt gezegd
nog klinken in gedroomd verleden.
Licht bij de kippenren
De lamp in de lantaarn is stuk,
en moet met spoed vervangen worden,
alle konijnen rennen druk
door deze inbreuk op hun orde.
De kippen slaan nu aan het morren,
en hopen zo dat ik misluk,
zijn niet voor licht bij nacht te porren:
verstoring van duister geluk
Helaas moet ik ‘t plezier vergallen
Ik plaats de ladder bij de paal,
en hoop dat die niet om zal vallen,
ik klim omhoog, omklem ‘t metaal,
draai los de lamp, lees de getallen,
en werp nieuw licht op oud verhaal.
Spiegel voor een droevig meisje
Droog nu je tranen, lief, ik schrijf je over
En zet je naam in nieuwe letters neer;
Ik geef je je bestaan weer in beheer,
Zover ben je gekomen, liefje, zo ver!!
De banden van het waas zijn nu gebroken
Dat je gelegd had op je oog en hart;
Kijk in je spiegel rond, dit is je start,
Dit ben je zelf, je, eigen type and token,
Je geeft je eigen zin aan droom en daad,
Niet meer bepaald in uitgelegde woorden:
Geschreven wijst je naam je waar je staat.
Zo vind je, klank en teken in spagaat,
Het beeld weer terug dat je bestaan toen schoorde,
Herken jezelf; herken dit lief vertrouwd gelaat.
2009
Voor Ietje
Als je je ogen open houdt
zie je de woorden die ik zeggen
ga, woorden lijken sleets en oud,
gebruikt, maar die ik neer ga leggen
als een bos rozen aan je voeten
heb ik met zorg gerestaureerd,
opnieuw verguld, de kleuren moeten
sprankelen als de eerste keer,
weet je nog, in de hof van Eden,
heb ik je voor het eerst gezien
nu dertig jaar, eeuwen geleden,
ik zocht naar woorden om jouw leden
met pracht en staatsie te omkleden,
mijn Valentijn ben je sindsdien.
----
Ik vond de woorden opnieuw uit,
ik was aan een gedicht begonnen,
een bruidsboeket er mee verzonnen,
want het was lente, jij de bruid,
de wereld was zo jong, zo open
de horizon in ons bereik,
zo vol van kleuren en syncopen,
ik zie ze als ik naar je kijk,
ik zie je ogen nog steeds stralen,
je glimlacht nog zo mooi als toen,
hoe kan ik wat ik voel vertalen,
zonder het beeld tekort te doen,
er zijn geen betere verhalen,
de lente blijft steeds ons seizoen.
2010
Dagje Den Haag
Trein naar den haag
Geelgele spoorbrug
Lange rookpluim uit een schoorsteen
Zon in mijn ogen
Station gouda
De trein wordt twee
Blondines op het perron
Een bijt in een appel
En praat met de mond vol
Den Haag Centraal
Iedereen uitstappen
Met alle bagage
Wie achterblijft
Gaat terug naar Af
Tram naar het Noorderstrand
Copes van cattenburg
Heet een halte
Niemand kijkt blij
Ondanks de zonegrens
Hallo zegt de zee
Zonder op te kijken
Druk met de golven
In de wind te houden
Lang niet gezien
Nog wat gebeurd?
Golven verdwijnen
Achter de regendruppels
Tegen het raam
Maar toch gaat de zon
Weer behoedzaam van start
Bij selexys in de passage
Een tamelijk mooi meisje
Met een décolleté
Weggekropen in een hoek
Kon dieper
Doe mij maar een broodje ouwe kaas
De trein naar Zwolle
Te voelbare voeten
Bonbons voor uit
En thuis
Utrecht
Skyscrapers
Verraden het perspectief
Van oude kerktorens.
Veel mensen
Op weg naar elders.
Temporeel lineair
Na utrecht komt amersfoort
En dan zwolle
Ik leef in het korte verleden
Van een nabije toekomst.
Peter van Lint
april 2010
FANTOOM
ik voeg gedachten tot een dun fantoom,
je bent voorbij, je ben er nooit geweest;
ik knip je schaduw uit de droom
met woorden heb ik je ontheemd
ik leg je weg in deze regels
en zet je daarmee uit mijn hoofd
verberg ze onder oude tegels
met tekens die ik heb geloofd
nu kan ik ze met voeten treden,
ze wegleiden met elke schrede
bedachtzaam een voor een gezet
je grafschrift zelfs is uitgesleten,
daarmee verantwoord ik je dood,
wat nimmer was, is uitgedoofd.
2013
Woordentolk
Ik las in het evangelie van Johannes
dat God en het woord samenvallen
ik las in de kabbala dat de schepping en het woord gelijk opgingen
was de schepping anders,
dan was het woord anders,
was het woord anders, dan was de schepping anders.
Ik zoek mijn woorden
in de tuin van mijn gedachten
slecht onderhouden, gras te hoog, heesters niet gesnoeid, gedachte niet geordend
een wirwar van wilde ideeën,
een janboel van over elkaar heen tuimelende kermisgedachten
ik probeer ze te ordenen
ik probeer een vorm te vinden
ik schrijf een sonnet
ik schrijf een ballade
ik schrijf een kreeftdicht
ik schrijf een vrij vers
ik doe metrum in de maak ik rijm en ik rij niet en soms
en soms
en soms
begin ik te begrijpen wat ik zeggen wil
wat niet wil zeggen
dat jij mij begrijpt
misschien hebben we een woordentolk nodig
een vertaalmachine van hart naar hart
een speciale app
een programmaatje waarmee jij
orde kunt scheppen
in mijn chaos
zodat wij samenvallen
het woord, God, de schepping jij en ik
en dan wordt alles duidelijk
Uit : Ode aan Raalte
Peter van Lint
Raalte
Ik hou geloof ik wel van Raalte,
ik loop graag op het marktplein
met al die flats die allemaal te
modern voor zo’n oud stadje zijn
ik wandel langs de cherubijn,
de basiliek pontificaal, te
zien al van heinde en ver, hoe klein
lijkt dan de Plaskerk, waar de taal te
allen tijde zingt en sticht.
Ik wandel verder en ik dwaal. Te
vreden kijk ik rond, loop dit verhaal te
verzinnen, woorden op een schaal te
wegen, stof voor een gedicht,
een talig vergezicht van Raalte.
Mensen
Ik hou van al die mensen hier,
ga eventjes bij Blom naar binnen,
waar in de kersttijd de versier-
de afrikaanse kerstgroep zinne-
lijkt pronkt. Ik wandel door de winkel-
straat, strakjes gaat de ijssalon
met alle mooie meisjes glinste-
rend open, wachtend op de zon.
Zie in de bloemenzaak een vaas,
zoek verderop natuurproducten,
het broekenhuis is open, ook de kaas
winkel is los, te vroeg voor drukte,
bij plein zeven koffie. Geplukte
dag, klein geluk beleef ik dwaas...
Meisjes
De meisjes zijn hier zeventien
en werken in de horeca,
ze heten Carmen of Françien,
Janine of soms ook Melissa,
je vindt ze in de ijssalon,
de Haenehof of bij Plein zeven,
wanneer ze lachen straalt de zon,
ze stralen van plezier en leven,
Waren de meisjes ooit zo mooi?
wisten ze toen wat ze aanrichtten?
zag ik in ogen vergezichten?
klonken de stemmen zo frivool?
droeg verlangen zo'n lentetooi?
Glimlachend herlees ik oude gedichten.
Politieke Gedichten
(Soms schrijf ik, vooral voor de SP-Raalte, politiek getinte gedichten of spotliedjes)
Twee opruiende sonnetten
Bij de kunst- en cultuurparagraaf van het verkiezingsprogramma van de SP
Ik lees programma’s en ik word zo droef,
ik zie geen visie, er ontbreekt elan,
de politiek in Raalte is zo stroef,
daar word je alsmaar moedelozer van,
Neem nou de kunst, neem nou cultuur,
en zie de armoe van het CDA,
dat praat zichzelf al vele jaren na,
en gaf nooit blijk van enig heilig vuur...
En lees en huiver bij de VVD,
waar kunst alleen verbonden wordt met gras,
dus wat kunst is, ze hebben geen idee!
Gaan we met die barbaren weer in zee?
Blijft alles weer zoals het jaren was?
Wordt er alleen gepraat, met tussendoor een plas?
Of wordt het wat in Raalte met de kunst?
Bedenk het wel, kunst is van ons soort mensen,
van jou en mij, het is geen grote gunst,
verleend door hoge heren; nee, wij wensen
ons recht terug, toneel, muziek en dans;
we willen boeken, verzen, mooie beelden;
de kunst op straat, voor iedereen een kans,
omdat het noodzaak is, geen luxe of weelde!
Cultuur hoort thuis in Raalte, alle soorten,
van volksdans, rap, dichten of carnaval,
in huis, op straat of in een koeienstal,
je groeit er hier mee op, vanaf je geboorte,
Zet VVD en CDA buiten de poorten,
Laat die papieren zakjes klappen met een knal.
Heino, 6 februari 2009
.Hoogbouw in Heino
(Vrij naar Shakespeare en Burgersdijk. Als Caesar vermoord is, houdt Antonius een beroemde rede bij de baar. Die dient hier als voorbeeld.)
Burgers van Heino, Heeten, Raaltenaren,
Geef mij een klein momentje van uw tijd,
Ik kom alleen betreuren, niet wat zeuren,
Gedane zaak neemt nu eenmaal geen keer,
En wat besloten is, wordt uitgevoerd,
Daar helpt geen tegenstem, hoe redelijk, meer aan,
En Heino zit met de gebakken peren,
Ja, met verlof van het achtbaar presidium,
En van de coalitie in de Raad,
Allemaal achtbaar en zeer achtenswaardig,
Wijd ik een enkel woord aan het besluit
Om Hoogbouw toe te staan midden in Heino,
Die past er niet. Het slaat als tang op varken.
Maar de wethouder zegt dat het wel past,
En ja, die is beslist toch achtenswaardig,
Net als de anderen, allemaal achtenswaardig,
En vol van zorg voor huis en haard en dorp.
Ze luisteren steeds goed naar de achterban.
Er lag dan wel een oud en goed besluit
Dat zei dat hoogbouw uit den boze is,
Maximaal 9 meter, in 2000,
Maar dat is lang geleden vindt de Raad,
De coalitie dan, heel achtenswaardig.
Korter geleden is de welstandsnota,
Waarin opnieuw de maat is vastgelegd,
Voor het behoud van ‘t landelijke dorp.
Daar past geen hoogbouw vonden de bewoners,
De Raad luisterde toen wel naar hun bezwaar,
Maar zet dat nu op zij, met meerderheid.
Maar ja, ze zijn nu eenmaal achtenswaardig,
Allemaal achtbaar en zeer achtenswaardig.
Daarom kreeg de oppositie ook het woord
Om de grote bezwaren uit te leggen,
En dat was netjes, dat was echt ruimhartig,
Deemoedig dankt de oppositie hun,
Maar niemand lette op het argument,
De argumenten, allemaal steekhoudend.
De coalitie ging haar gang, met recht,
Dat is het recht van deze hoge heren,
Die allen achtenswaardig zijn, beslist!
En vol begrip ook voor de achterban,
Waarom dan toch zo vreemd en halfhartig,
Zozeer in strijd met recht en goede zeden…
Toch zijn zij allen goed en achtenswaardig….
Er zijn geen woorden voor, dus moet ik zwijgen!
Ballade van de socialist
(naar de “ballade van den katholiek” door Anton van Duinkerken)
Jawel meneer, ik ben een socialist
dat wil ik hier wel openlijk verklaren
temidden van uw liberaal getwist
van VVD van CDA of de barbaren
van PVV, of noem ze halve garen,
al wat U doet is luidkeels navelstaren,
uw tijd verdoen met wat gekissebis.
Kijk liever naar de les van deze eeuwen,
de socialisten hebben in die mist
stug dóórgewerkt in plaats van wat te schreeuwen,
daarom, meneer, noem ik mij socialist!
Ontken het niet, in deze zieke tijd,
ons land op drift door banken en kantoren
elkaar verdringend met de gulzigheid
van wie van solidariteit niet wilde horen,
toen trok opnieuw de armoe diepe sporen,
al sluit u graag voor dat geluid uw oren,
en voert u slechts een winstbelust beleid,
dat wie weldenkend is slechts kan minachten....
De zieken en behoeftigen hoeven beslist
van uw beleid geen steun meer te verwachten,
daarom, mevrouw, noem ik mij socialist!
Bezuinigen, dat is het toverwoord,
maar bij de VVD zijn het de zwakken,
de bijstandsmoeders, zieken enzovoort,
de kleine ambachtsman, die ze gaan pakken,
de VVD gaat stevig in de bijstand hakken,
doet daarmee oude wijn in nieuwe zakken,
steelt van de armen, spaart de rijken, ongehoord,
ze laat het geld aan mensen met veel centen,
voor het geval u dat nog had gemist,
ze handhaaft ‘t onrecht van hypothecaire rente,
daarom, meneer, noem ik mij socialist!
Het CDA was protestant en katholiek
maar is de Bergrede al lang vergeten,
er is niets christelijks in deze politiek,
het “christen” in de naam is uitgesleten,
er wordt ook daar met dubbele maat gemeten,
wie werkeloos wordt, moet het zelf maar weten,
en ziekte heeft geen plaats in hun muziek,
ze willen niet van hypotheken spreken,
door studiebeursbeknotting wordt talent verkwist,
het wil de huwelijksband van allochtonen breken,
daarom, mevrouw, noem ik mij socialist!
Omdat ik geloof in solidariteit,
met mensen die te weinig kansen kregen,
de heel gewone werker die altijd
de klos is, de pineut, het tij steeds tegen
heeft, of de bijstandsmensen met hun lege
portemonnee, die elke cent moet wegen;
Omdat ik niet geloof in een hard beleid,
maar in beleid dat jongeren laat leren
zodat hun toekomst niet wordt uitgewist,
dat immigranten uitzicht biedt, dames en heren,
daarom alleen al ben ik socialist.
Envoi
Al spreekt men spottend van de linkse kerk,
toch maakt alleen, als u het nog niet wist,
onze SP van solidariteit nog werk.
Daarom, meneer, mevrouw, noem ik mij socialist
Opm: hiervanis ook een audio-opname beschikbaar
Geschonden grafrust
(Vervolg op Achterberg’s Ode aan de Gasfitter)
De fitter in zijn graf is omgedraaid
nu ook zijn dood te nietig is bevonden
jaren tevoren was hij uitgezwaaid,
leven verheven boven deugd of zonde.
Het gas, reden en doel van zijn bestaan
door hem getrouw van huis tot huis verbonden,
is immers handig van de hand gedaan
het sociaal contract opnieuw geschonden
Men heeft met eurodollars in de ogen
nu elk beroep op redelijkheid geweerd,
en praat voor vaak als wijsheid ingezogen
door de verkoop van Essent te gedogen.
Het kapitaal heeft weer gemarchandeerd,
en zich in Raalte gemanifesteerd....
Ballade van de postbode
Werumeus Buning schreef ooit de “ballade van de boer”, waarin hij laat zien dat een boer altijd dóórwerkt, wat er ook gebeurt. De steeds terugkerende regels is: “ en de boer hij ploegde voort”. Daarop is deze ballade geïnspireerd.
De koning leeft, de koning gaat weer dood,
de fiets wordt uitgevonden, en de trein,
een Zeppelin vliegt over naar Berlijn,
we krijgen stadsgas, oproer over brood,
algemeen kiesrecht, vrouwen voeren strijd,
de Veluwe wordt grotendeels bebost:
de postbode bezorgt gewoon de post
vandaag als alle dagen, als altijd....
daarom deze ballade, de postbode gewijd.
In Rusland roeren zich de bolsjewieken,
in Nederland grijpt Troelstra naar de macht,
Colijn wordt ooit vervangen door Van Agt,
economie kent dalen en ook pieken,
en Nederland wordt links of rechts geleid,
ministers worden zeker afgelost:
de postbode brengt onverstoord de post,
vandaag en morgen, eigenlijk altijd,
daarom deze ballade, de postbode gewijd.
Geen hitte kon hem deren, ijs noch regen,
en elke dag nam hij zijn zware last,
eerst op zijn rug, of op de fiets getast,
toen met een karretje, hij kon er tegen.
Hij werd door menigeen daarom benijd!
In uniform en keurig uitgedost,
bezorgde hij zo dagelijks de post,
behalve zondag, andere dagen wel, altijd
daarom deze ballade, de postbode gewijd.
Het was een mooie baan, een voor het leven,
en met vooruitzicht op een goed pensioen,
zo’n baan waarvoor j’een moord zou willen doen,
je kon er echt wel garantie op geven....
Maar toen kwam e-mail, en een nieuw beleid;
onoplosbaar probleem; te zware kost....:
Toch bracht de postbode nog wel de post,
haast alle dagen nog, bijna altijd...
daarom deze ballade, de postbode gewijd.
Toen liep het grondig mis, je kon het wachten,
privatisering besmette het land,
ook energie en zorg gingen van de hand,
en postbode werd een der oude ambachten,
naast schillenboer, vlasspinster, keukenmeid,
obscuur als kwakzalver of paragnost:
Nu brengt de postbode nooit meer de post,
misschien in het hiernamaals, in de eeuwigheid.....
daarom deze ballade, de postbode gewijd.
Opm: hiervan is ook een video-opname beschikbaar
Spotliedjes
vooral voor de verkiezingscampagne
Twijfelaar
(losjes gebaseerd op de melodie van ‚undecided’(C))
eerst stem je op groen en dan op blauw
dan weer pimpelpaars en dan op grauw
je weet niet wat je wilt, dus wat wordt het nou?
eerst het CDA en dan de PVV,
partijtje vijftig plus en VVD,
je weet niet wat je wilt, dus doe nou eens mee,
je kan maar niet goed kiezen, maar zo ga je verliezen,
je krijgt het voor je kiezen en dat weet je,
dus kies nou maar SP, want dan tel je echt wel mee,
mens, dan tel je zelfs voor twee, niet een beetje,
gebruik toch je verstand, doe iets nuttigs voor je land
en woensdag is de dag, neem je lot in eigen hand,
nu weet je wat je wilt, dus je stemt gewoon SP
Droom
(losjes gebaseerd op de droom van Jozef door Webber)
Ik heb een droom
van mooie tijden,
laat je verleiden
droom met me mee
ik droom een land
met blije mensen
er zijn geen grenzen
niemand aan de kant
ik zie de welvaart
eerlijk verdelen
kinderen spelen
elk naar zijn aard
verkiezingsdag
en de uitslag
onze SP de meerderheid
Harry van Kampen kan aan de slag
Doe niet zo star,
niet van de bange
blijf niet zo hangen
maar stem op Har